Ons Verhaal

Ons Verhaal


Geschiedenis


VZW Onze thuis werd in 1958 op initiatief van Paula Goetstouwers opgericht. Zij gaf les in het “verbeteringsgesticht” St Margareta van Cortona. Gedreven door het idealisme wenste zij zich te engageren voor deze jongeren in moeilijke situaties. De jeugdbescherming stond toen nog in de kinderschoenen.


Gezien de grote vraag werden er op 3 jaar tijd drie tehuizen met capaciteit van 15 bedden opgestart in Berchem. De werking was voor die tijd zeer vooruitstrevend. Gezinsvervangend, kleinschalig en gestoeld op de gidsenbeweging. De doelgroep bestond uit jonge meisjes van 14 tot 21 jaar en ouder. Onder hen waren ook ongehuwde tienermoeders met hun kind.


In 1965 werden twee huizen gesloten en werd een gebouw in Edegem in de Hovestraat 140 betrokken. Op de voorgevel stond en staat een sculptuur van een “vlinder”. Het gebouw kreeg snel de naam : “De Vlinderkens”. Iets later werd ook het laatste huis in Berchem gesloten en bleef alleen de werking in Edegem over.


In 2012 konden we starten met een thuisbegeleidingsdienst, 16 plaatsen. Een jaar later stapten we in in het modulair kader. Sinds 1.1.2015 zijn onze 16 modules  omgebouwd tot 13 modules breedsporige "rechtstreeks toegankelijk" contextbegeleiding..


Missie


Maatschappelijk wenst VZW Onze Thuis, als inrichtende macht, een hulpverleningsaanbod te doen tov kinderen / jongeren en hun gezin in problematische opvoedingssituaties. Maatschappelijk uitgangspunt is het “internationaal verdrag van de rechten van het kind”.


We menen dat elke persoon het recht heeft om op een menswaardige manier deel uit te kunnen maken van en deel te kunnen nemen aan, de maatschappij. En voor ons geldt dit in het bijzonder voor kinderen en jongeren. Daar waar de ontplooiingskansen voor kinderen en jongeren in het gedrang zijn, wensen we hulp en ondersteuning, soms ook bescherming te verschaffen.


We geloven in de eigen kracht van mensen om hun leefsituatie opnieuw of verder vorm en gestalte te geven, en  vertrekken in onze hulpverlening van de onverbrekelijke band tussen ouders en kinderen.


We hebben respect voor de (geloofs)overtuigingen van mensen en maken geen onderscheid in ras, cultuur en geaardheid.


Ons doel is de opvoedingssituatie te verbeteren of minder problematisch te maken, en jongeren en hun gezin opnieuw perspectief te geven, in de hoop om onze hulpverlening overbodig te maken. Hiervoor bieden onze hulpverleners zich als professioneel aan, werkend als persoon en lid van een team en een organisatie. Hierin geloven we dat de relatie tussen hulpverlener en cliënt een werkend middel is.


We streven ernaar om tov de onze toegewezen jongeren “te doen wat we zeggen” en “te zeggen wat we doen”.



Visie


De focus van waaruit we onze hulpverlening organiseren vertrekt vanuit de relatie tussen ouder (opvoedingsverantwoordelijke)  / kind en het gezinssysteem op zich. We vertrekken vanuit de gedachte dat ‘elk kind onlosmakelijk verbonden is met zijn ouders (context) en omgekeerd’. Kinderen zijn loyaal en verbonden aan en met hun gezin / context. We zijn ervan overtuigd dat ook bij een fysieke scheiding deze verbondenheid fundamenteel blijft voor de identiteitsontwikkeling van elk kind en elke jongere.


Vanuit de visie dat elke persoon en dus elke gezinssituatie uniek is, vertrekt elke hulpverlening vooral vanuit de unieke vraag van elk gezin, en minder vanuit het aanbod van de organisatie. Maw organisatiestructuren, hulpverleningsmodules, e.d. zijn ondergeschikt aan de concrete hulpvraag van jongeren en hun context. De individuele hulpvraag van elk gezin, welk zijn neerslag vindt in een handelingsplan, is aanknopingspunt voor de hulpverleningsacties, eerder dan een werkvorm op zich. Uiteraard rekening houdend met de realiteit van een organisatie en een arbeidssituatie.


Naast het vraaggericht werken zien we het streven naar maximale continuïteit in de hulpverlening(srelaties) als een fundamenteel principe. Het opbouwen van een vertrouwensvolle  werkrelatie vraagt naar gezinnen toe specifieke aandacht.


Verder werken we aanklampend, emancipatorisch, participatief, multi modaal, competentieverhogend, contextgericht, theoretisch onderbouwd en flexibel.